English: Values in Vedas

 


11. De Lessen van de Veda's

'Kennis is Veda' (Vetthi ithi Vedah). Het wil zeggen dat de mens uit de Veda's de juiste gedragscode kan leren en de kern van de juiste kennis. De Veda's leren de mens wat zijn plicht is, vanaf zijn geboorte tot aan de dood. Zij beschrijven zijn rechten en plichten, zijn verplichtingen en verantwoordelijkheden in alle levensstadia - als leerling, gezinshoofd, teruggetrokken en monnik (sannyasi). Om de vedische uitspraken en uitgangspunten te verduidelijken en aan allen de bedoeling uit te leggen van geboden en verboden, verschenen in de loop der tijd de Vedanga's [of Vedanta] - de zes vedische hulpwetenschappen, de Purâna's en de heldendichten. Daarom zullen mensen, wanneer zij hun eigen waarde en werkelijkheid willen leren begrijpen, ook moeten inzien hoe groot het belang is van deze latere, verklarende werken. 

Dat is de reden waarom de vedische leraren hun leerlingen onderwezen in de Vedangaís voordat zij hen gingen onderrichten in de Veda's. In de vroegere hermitagescholen (gurukula's) was dat de vaste regel. In die tijd leerden de Bharatiya's de 'veertien wijsheden of onderwerpen' (vidyaís). De Veda's leerde men uit het hoofd. Iemand die de Veda's op deze wijze had geleerd, noemde men bewegingloos (jada)! Met dit woord werd niet bedoeld dat hij niets had geleerd; het betekende alleen dat hij niets meer te leren had en daarom in rust was en tevreden. Door het bestuderen van de Veda's had hij alle kennis en wetenschap leren beheersen. De studie van de Veda's achtte men het middel bij uitstek om het aardse leven zin en waarde te geven. 

In de grote stroom van de Indiase cultuur wordt de autoriteit van de Vedaís altijd naar voren gebracht omdat zij voor de morele waarden van het menselijk bestaan gelden als de meest gezaghebbende bron. 

De eerste is de Rigveda. Deze wordt meestal gezien als bestaande uit tien delen (mandala's). In de eerste negen delen vinden we hymnen die de lof zingen van God, in de gedaanten van de vuurgod (Agni), de vorst der hemelbewoners (Indra), de God van de wind/storm (Marut), de Godin van het morgenrood (Usha), enzovoort. Historici en onderzoekers hebben met bepaalde theorieën geprobeerd te verklaren hoe deze hymnen zijn ontstaan. In die dagen waren er velen die beseften dat vuur (agni), lucht (vayu), wind (marut), enzovoort, veel sterker waren dan zijzelf, dus beschreven zij hun goddelijke eigenschappen en probeerden deze elementen gunstig te stemmen. 

De tweede is de Yajurveda. Van deze Veda bestaan er twee verschillende versies: de Krishna Yajurveda en de Shukla Yajurveda. Deze Veda heeft als onderwerp de rivier de Ganges met haar hele stroomgebied. Voor de Uttara Mimamsa-school der tekstverklaring is dit de hoofdbron van informatie. Tegen deze tijd had het volk een duidelijke scheiding aangebracht tussen de woudgebieden en de cultuurgronden rondom de dorpen en men ging steeds meer in dorpsgemeenschappen wonen. Het afscheiden van bepaalde delen der Veda in de Yajurveda heeft een in het oog vallende oorzaak. De Yajur heeft zeven delen die woudteksten (aranyakaís) worden genoemd, een naam die duidt op de disciplines en spirituele oefeningen die alleen in de afzondering en de stilte van het woud kunnen plaatsvinden. 

Als derde is er de Samaveda. In deze verzameling worden veel hymnen (riks) uit de Rigveda herhaald, maar daaraan zijn muzieknoten toegevoegd, zodat zij tijdens de vedische rituelen en ceremoniën konden worden gezongen. De Samaveda is derhalve voornamelijk een muziekzetting (swara). De arische bevolking waaruit de Rigveda is voortgekomen, leefde op de oevers van de rivier de Indus (Sindhu), terwijl dit volk zich bewust werd van de Yajurveda toen het op de oevers van de Ganges leefde. De visioenen waarover de liederen in de Samaveda vertellen, stammen uit dezelfde periode, maar het volk dat deze heeft voortgebracht, heeft blijkbaar in het midden van India gewoond. 
Deze Samaveda wordt ook wel Ganaveda genoemd, om de aandacht te vestigen op het muzikale karakter van deze tekst. Alle verschillende richtingen in de Indiase muziek zijn afgeleid van de stijlsoorten die in de Samaveda duidelijk worden uiteengezet. In deze Veda vinden wij de oorsprong van alle toonsoorten en muzieknoteringen. 

De Atharvaveda is de vierde. Deze is reeds door vele mensen op uiteenlopende wijze beschreven. Er zijn zelfs mensen die het geschrift niet de status van Veda willen geven. Anderen zeggen weer dat het resten zijn die overbleven toen de andere drie waren samengesteld. In de andere Vedaís worden de majesteit en het wonderbaarlijke karakter van de Goden beschreven. In deze Veda wordt echter melding gemaakt van de mogelijkheid dat de mens door eigen inspanning en oefening bepaalde vermogens kan verwerven en geheimen kan doorgronden. Dat is het bijzondere van deze Veda. Hatha-yoga [de yoga van de lichamelijke inspanning; onderdeel van Patanjali's yoga-systeem], Tritashkarani Vidya [het intelligent gebruik van de drie unieke instrumenten die de mens onderscheiden van het dier: denken, spreken en handelen], Ashtangayoga [Patanjali's achtvoudige yoga-systeem] worden alleen in deze Veda aan de mens gegeven. Natuurlijk kan hij ook door Gods genade vaardigheden verwerven die hij op geen andere wijze ooit zou leren. 

Kort samengevat: Iedereen moet begrijpen dat de Veda's voor de mens van groot belang zijn en dat zij alle terreinen der wetenschap bestrijken. Het zijn verslagen van visioenen en bovenaardse ervaringen. Zij komen niet van een bepaalde persoon. Zij zijn door God zelf geopenbaard, door de genade die God alleen kan schenken. [*] Dit vedische erfgoed is tot op de dag van vandaag zuiver en onbesmet bewaard gebleven, omdat het met grote regelmaat werd doorgegeven van meester naar discipel. Omdat zij niet aan een periode gebonden zijn of aan een auteur, zijn zij voor iedereen aanvaardbaar. Niemand kan zich veroorloven de Vedaís te veronachtzamen of hun grote waarde te loochenen. 
Hoe uiteenlopend van inhoud de Geschriften van commentatoren ook mogen zijn, zij stemmen alle hierin overeen dat de boodschap van alle vier de Veda's in wezen dezelfde is. De hoofdstukken waarin de riten worden behandeld, de vormen van verering en de uitkomsten van het spiritueel onderzoek helpen de mens de vier levensdoelen te verwezenlijken: rechtschapenheid (dharma), welstand (artha), verlangen (kama) en bevrijding (moksha) [zie:
Purushartha's] Daar het heel moeilijk is de Vedaís volledig te beheersen, heeft men een uitgebreide smriti-literatuur tot ontwikkeling gebracht om de shruti-teksten te verklaren: de Purânaís en de Itihasa's. Deze werden geschreven door zieners met grote wijsheid; zij maakten daarbij gebruik van historische en legendarische gebeurtenissen. 

Karma en jnana verhouden zich als oorzaak en gevolg; het is daarom dat de gedeelten in de shruti- en smriti-geschriften die gaan over karma, waarin dus activiteit op de voorgrond staat, hebben geleid tot het ontdekken van nieuwe facetten van de waarheid. Zij hebben de ideeën over een transcendente God nader tot de mens gebracht en verhelderd. 

Anderzijds heeft ook het ontstaan van duidelijke opvattingen over God door middel van spiritueel onderzoek volgens het pad van jnana, meer betekenis gegeven aan alle 'activiteit' en deze op een hoger doel gericht. De goede uitwerking van karma was evenredig aan het geloof, en het geloof in karma was evenredig aan het godsbewustzijn dat door wijsheid of inzicht (jnana) was verkregen. Wil men zich wijden aan 'goede' arbeid, dan is dit inzicht een onmisbare voorwaarde. Deze hogere wijsheid moet men in wezen putten uit de Veda's, want zij is gebaseerd op de vedische leringen. 

Eigenlijk is karma het toepassen van dharma. De Upanishads tonen ons wat wij tijdens onze spirituele reis moeten doen en wat wij moeten nalaten. Zij wijzen ons erop dat wij de moeder moeten eren als God, de vader eren als God, de geestelijke leidsman als God en ook de gast moeten behandelen met de eerbied die aan God verschuldigd is. Ook zeggen zij vermanend dat wij de waarheid niet mogen veronachtzamen en dharma niet mogen verwaarlozen. De Upanishads bevatten dus positieve instructies zowel als verbodsbepalingen. Handel naar deze raadgevingen en luister alleen hier naar. Aanvaard alles wat je goede eigenschappen zal stimuleren. Vermijd alle andere adviezen. Zo onderwijzen het de Upanishads

In vroegere eeuwen studeerde de koning zelf in kluizenaarsverblijven aan de voeten van de wijze mannen die hem de Upanishads leerden. [**] De koning hielp anderen in hun studie door rijkelijk materiële hulp te schenken aan wetenschappelijke centra die uitblonken als schatkamers van geleerdheid. Zoals de koning is, zo zijn de onderdanen. Het aanmoedigen van vedische studie hield tevens in het zorgen voor de vedische geleerden en de beoefenaars (vedavids). In onze tijd worden andere takken van wetenschap aangemoedigd en worden de mensen geprezen die daarin gespecialiseerd zijn. Vedische geleerden ontvangen een dergelijke aanmoediging niet en zij krijgen ook geen vergelijkbare geldelijke beloning. Dit is echter een belangrijk aspect dat enige aandacht verdient. 

Dharma beschermt hen die dharma beschermen (dharma rakshati rakshitaram), zeggen de shruti. Mensen die zich inzetten om de bronnen van dharma te beschermen, zullen zuiver door deze goede daad diegenen beschermen die volgens dharma leven. In onze tijd is het bestuderen van de Veda's een taak geworden van de economisch-zwakkeren en iedereen heeft zich met deze situatie verzoend. Men associeert de studie van de Veda's met dat droevige en meelijwekkende beeld. Dat is de betreurenswaardige crisis waarin de huidige vedische wetenschap is terechtgekomen. Dezelfde pundits die een hoge graad van geleerdheid op vedisch gebied hebben bereikt, gebruiken hun kennis als een handelsartikel dat kan worden verkocht. Zij demonstreren niet door een vredig en harmonieus priveleven hoe groot de waarde is van de studie der Vedaís; door dat voorbeeld zouden zij eerbied inboezemen voor de Veda's. Zij misbruiken de Veda's om er een klein bedrag mee te verdienen in plaats van bevrijding en vrede. Het is om die reden dat het met de rechtschapenheid (dharma) zo slecht is gesteld; daarom ook worden zorgen en angsten onder de mensen steeds algemener. 

De wereld kan alleen haar vrede en harmonie heroveren wanneer zulke personen ertoe gebracht worden de idealen die in de Vedaís zijn vastgelegd, in praktijk te brengen en op deze wijze als lichtbakens te dienen die aan de mensheid de juiste weg wijzen. Zo niet, dan is de ondergang onafwendbaar. 

De rivier der Indiase spiritualiteit heeft tot in deze tijd de vedische leringen theoretisch en praktisch hun vruchtbaarheid geschonken. Deze heeft altijd als boodschap gehad: 'Reis voort langs het vedische pad.' Men kan lang praten en uitweiden over de Vedaís en de vedische leringen (Vedanta), maar dat heeft geen enkele zin wanneer men aan anderen de waarde van de beschreven idealen niet voorhoudt, sprekend vanuit eigen ervaringen en levenspraktijk. Bovengenoemde personen hebben dit onomstotelijke feit vergeten. Laten zij tijdig ontwaken; dan kunnen zij de tradities en waarden van de tijdloze vedische cultuur van de ondergang redden.


        

Inhoudsopgave          

                  

 

[*]BG 7-8: Ik ben de smaak van water, o zoon van Kuntî, het licht ben Ik van de maan en de zon, de pranâva [A.U.M.] in al de Veda's, het geluid in de ether en het mannelijke in de mens.
BG 9-17: Van dit universum ben Ik de vader, de moeder, de steunverlener, de grootvader, dat wat er te weten valt, dat wat zuivert, de pranava AUM en zeker de Rig-, Sama- en de Yayur-Veda.
BG 10:22: Van al de Veda's ben Ik de Sama-veda [de liederen], van de goddelijken ben Ik Indra [of Vasava], de koning der hemel, van de zinnen ben Ik de geest en Ik ben ook de levenskracht van alle schepselen.
BG 15-15: Verblijvend in het hart van alle wezens hebben ze van Mij de heugenis, de kennis en het beredeneren; Ik kan zeker gekend worden middels de Veda's, Ik ben de auteur ervan en zeker ook degene die haar betekenis kent.

[**]
- zie bijvoorbeeld: Ramakatha Vahini:
De goeroe en de leerlingen.
- zie bijvoorbeeld: Bhagavata Vahini:
The Divine Students - the Omniscient as Student