Voorwoord
door N. Kasturi
Over dit boek
[in
het Engels]
Reeds
eeuwenlang is de Ramayana een stroom van heilige
nectar (Ramakatha Rasavahini) voor miljoenen
mannen, vrouwen en kinderen, een nooit opdrogende bron
van vertroosting bij verdriet, van bezieling als zij door
weifeling werden overvallen, van klaarheid als zij in
verwarring verkeerden en van inspiratie in ogenblikken
van neerslachtigheid. Het was hun gids in benarde
situaties. Het is een intens menselijk drama, waarin God
de rol van mens op zich neemt en op het onmetelijke
wereldtoneel ons om zich heen schaart, of wij nu volmaakt
of onvolmaakt zijn, menselijk of minder dan menselijk, of
wij beest zijn of demon, om ons door zijn leringen en
zijn voorbeeld de gave van opperste wijsheid te schenken.
Het is een verhaal dat met zijn zachte vingers de snaren
van onze ziel beroert, de klare, vloeiende akkoorden
oproepend van pathos, medelijden, verrukking, aanbidding,
extase en overgave, die ons omvormen van het dierlijke en
menselijke tot het Goddelijke, dat de kern van ons wezen
is.
Er is niet
één verhaal in de geschiedenis der mensheid
dat zulke diepe sporen heeft nagelaten in de menselijke
geest. Het reikt uit boven de mijlpalen van geschiedenis
en de grenzen van aardrijkskunde. Het heeft de
levenshouding en de gewoonten van generaties gevormd en
op een hoger plan gebracht. De Ramayana, het
verhaal van Rama, is in een groot deel van de wereld
geworden als een geneeskrachtige cel in de bloedsomloop
van de mensheid. Het heeft wortel geschoten in het
geweten van volkeren en ze geprikkeld en voortgedreven
langs het pad van waarheid, rechtschapenheid, vrede en
liefde.
Door mythen en
legenden, wiegeliederen en vertellingen, dans, toneel en
muziek, door schilder- en beeldhouwkunst, en door
rituelen, symbolen en gedichten, werd Rama de adem, de
gelukzaligheid en de schat van talrijke zoekers en
spirituele aspiranten. De figuren in het verhaal van Rama
hebben hen genood tot navolging en tot hun eigen
verheffing. Met hun roemrijke daden en hun avonturen zijn
zij een schitterend voorbeeld geweest; zij hebben de
wankelmoedigen gewaarschuwd tegen ondeugd en geweld,
tegen hoogmoed en kleinzieligheid en hen aangemoedigd
door hun voorbeeld van trouw en standvastigheid. Aan elke
taal en elk dialect dat de menselijke tong heeft
aangewend om aan zijn hogere verlangens uiting te geven,
heeft het verhaal van Rama een unieke, verrijkende
liefelijkheid toegevoegd.
Sai (Isa, God) wiens
gedachte het universum is en wiens wil daarvan de
geschiedenis bepaalt, is de auteur, regisseur, acteur,
getuige en waardebepaler van het drama dat zich
voortdurend ontvouwt in tijd en ruimte. Hij heeft zich nu
verwaardigd om zelf het verhaal te vertellen van dit ene
epische bedrijf uit het drama, waarin Hij de rol van Rama
op zich heeft genomen. Als Rama heeft Sai zijn
tijdgenoten in het treta-tijdperk onderwezen,
geïnspireerd en kracht gegeven, gecorrigeerd,
getroost en bemoedigd. Als Sai Rama werkt Hij nu aan
diezelfde taak. Het merendeel van wat de lezers van
Sanathana Sarathi de laatste jaren maandelijks
met ijver en welgevallen hebben bestudeerd - als
afleveringen van de Ramakatha Rasavahini - moet
hun daarom zijn voorgekomen als 'gebeurtenissen en
ervaringen van deze tijd' en 'tot henzelf gerichte goede
raad die betrekking heeft op hun huidige vraagstukken en
moeilijkheden'. Bij het lezen van deze bladzijden zullen
de lezers dikwijls verrast zijn dat de Rama van dit
verhaal identiek is aan de Sai Rama van wie zij nu
getuige zijn.
De natuurwetenschappen
hebben deze aarde gemaakt tot iets wat samengeperst is
als de capsule van een ruimteschip waarin de mensheid
haar lot moet ondergaan. De Sai-wetenschap
(Sai-ence) is, zoals wij weten, dit ruimteschip
met grote vaart aan het omvormen tot een gelukkig tehuis
van liefde. Dit boek moet door Sai zijn gewild als een
'wondermiddel' van de hoogste orde, ter verwijdering van
alle kwaad dat deze universele liefde in de weg staat.
Het kwaad dat zich manifesteert als de morbide zucht naar
sensueel genot, het stijgende gebrek aan eerbied voor
ouders, onderwijzers, ouderen, geestelijke leiders en
voorgangers, de rampzalige lichtzinnigheid en
luchthartigheid in maatschappelijke, huwelijks- en
familierelaties, het demonisch vertrouwen in geweld als
middel tot het bereiken van een immoreel doel, het gemak
waarmee men kiest voor terreur en marteling teneinde
voordeel te behalen, als individu of groep, en zoveel
meer vormen van kwaad.
In dit boek heeft Sai
Rama, in zijn eigen eenvoudige, zoetvloeiende en
bezielende bewoordingen, zijn goddelijke loopbaan
samengevat, als Rama! Wat een groot geluk dat deze
goddelijke vertelling ons in handen gegeven is, opdat zij
haar stempel op onze gedachten zou drukken en haar in
onze harten zou prenten! Moge de bestudering van dit boek
ons tot doelmatige en enthousiaste werktuigen maken die
zijn missie, het omvormen van de mensheid tot
één grote familie, zullen voltooien; moge
eenieder van ons tevens beseffen dat Sai Rama
werkelijkheid is, de enige werkelijkheid die bestaat. Sai
heeft verkondigd dat Hij dezelfde, wedergekomen Rama is,
en dat Hij zoekt naar zijn vroegere metgezellen en
werkers (bantu, zoals Hij ze noemde in Telugu),
om hun een rol toe te wijzen in zijn huidige missie van
wederopwekking tot rechtschapenheid en het leiden van de
mens naar de veilige haven van vrede. Laat ons bidden,
terwijl wij de eerste helft van dit verhaal overdenken,
dat ook ons een rol toebedeeld zal worden en dat Hij ons
ter beloning een visioen van die haven moge
schenken.
N. Kasturi
Redacteur Sanathana Sarathi.
Inhoud
van dezeVahini
|
volgende
bladzijde
bhajans
Nederlandse
uitgave 1999:
Stichting
Sri Sathya Sai Baba -
Nederland
(ISBN 90-72308-29-8)