De noodzaak van tijdloze kennis

[Dit hoofdstuk in het Engels]

 

lotusknop2.gif (1520 bytes)Wat beheersen de mensen toch veel kunsten, vaardigheden en wetenschappen! Wat een machines hebben ze niet uitgevonden! Over hoeveel kennis beschikken ze niet! En toch ervaren ze geen innerlijke vrede die de voorwaarde is voor geluk. Integendeel, met de dag voert al die kennis ze naar dieper water, terwijl de vrede zich steeds meer terugtrekt in de verte.

Dat komt doordat die kunsten en wetenschappen slechts vergankelijke waarde hebben, en de machines slechts voorzien in wereldse gemakken, en de kennis zich alleen bekommert om het tijdelijke en voorbijgaande. Deze kennis openbaart niet het diepste geheim van het universum. Er is een geheim dat, als men het kent, alle geheimen onthult, zodat alle moeilijkheden worden opgelost, alle knopen kunnen worden ontward. Er is een wetenschap die als men haar beheerst, meesterschap geeft over alle wetenschappen. Die sleutelwetenschap is de Tijdloze Kennis (sanathana vidya).

Als men een boom wil verwijderen, moet men zijn hoofdwortel doorhakken. Het heeft geen zin de boom te vernietigen door zijn bladeren er een voor een af te trekken. Dat zou te lang duren, en het zou bovendien geen resultaat hebben. De zieners uit de oudheid waren op de hoogte van die kennis (vidya), maar nu schamen de Indiërs zich ervoor die kennis op te eisen als hun erfdeel. Door zich te oefenen in ascese zagen de zieners God en verkregen ze zijn genade. Zij brachten de kennis die zij zo stoutmoedig hadden ontdekt onder woorden. Zoekers uit andere landen bestudeerden hun boeken en verklaarden dat India voor de hele wereld een weg had gebaand. Dit alles is bekend. De lamp verlicht het huis, maar precies aan de voet ervan blijft een donkere plek bestaan. India weet niets af van die schat, of geeft er niet om. Kunnen we dit toeschrijven aan het spel van het lot en erover blijven zwijgen?

In voorbije tijdperken voerden de Indiërs hun dagelijkse riten uit, zaten op gereinigde plaatsen, omringden zich met heiligheid, en verdiepten zich in de studie en toepassing van de heilige geschriften (Veda's en Upanishads). Bovendien tekenden zij hun ervaringen op om anderen te leiden, en ook om ze in hun eigen herinnering terug te kunnen brengen. Maar hun kinderen en kleinkinderen legden die boeken op het altaar en vereerden ze zoals het behoort. Vervolgens zijn ze verwaarloosd en vervallen tot stof en afval. De palmbladeren zijn uiteengevallen en ratten hebben er gaten in geknaagd. Maar gretige onderzoekers uit het Westen hebben de overblijfselen verzameld, beseften dat ze onvergelijkelijke bronnen van verlichting vertegenwoordigden en onschatbare parels van wijsheid bevatten, hieven ze in verering op en verklaarden dat ze een kostbaar geschenk waren van het eeuwige India (Bharathakanda) aan hen zelf en hun kinderen. Ze namen ze mee naar hun woonplaatsen overzee met vreugde in hun ogen en dankbaarheid in hun hart.

vedic-sastra.jpg (17632 bytes)Moet ik nu onthullen wat de kinderen van India hebben gedaan? Ze hebben de boeken niet opengeslagen, niet gekeken wat erin staat, en zich er zelfs niet om bekommerd. Slechts één op een miljoen leest ze, en zelfs die wordt belachelijk gemaakt als een dwaas, een idioot. Men lacht om die boeken en beschouwt ze als verzamelingen van leugens en legenden, en de historiciteit van de boeken en de schrijvers wordt in twijfel getrokken. Men wil niets weten van Sanskriet, want het is "zo moeilijk te leren", en men laat de schat maar over aan geleerden van andere landen. Wat een droevig schouwspel toch! Het zou nog wat goedmaken wanneer men zorgvuldig studie maakte van de moedertaal, maar zelfs dat gebeurt niet; het is verwaarlozing en verwaarlozing, overal.

Nee, ik veroordeel wereldse vreugde niet. Ik ben blij wanneer mensen gelukkig zijn. Maar geloof alsjeblieft niet dat hun soort geluk blijvend is. Ik ben ervoor dat jullie alle kunsten en wetenschappen bestuderen om werelds geluk te vinden. Maar ik wil allen eraan herinneren dat dit soort geluk niet eeuwig is.

Van blijvend geluk kan men zich alleen maar verzekeren door één soort kennis, de kennis van de eeuwige waarheid (upanishad vidya). Het is de kennis die leidt tot verwerkelijking van God, en die werd onderwezen door de wijzen (rishi's) van de oudheid. Alleen die kennis kan de mens redden en hem vrede geven. Er is geen hogere kennis, dat is een onbetwistbaar feit. Of je vreugde beleeft of verdriet, en hoe je ook je brood verdient, houd het oog onafwendbaar gericht op de kennis die uit God is (Brahma vidya). Als alleen maar je intelligentie wordt gescherpt, zonder de groei en praktizering van deugden, en als je brein zich slechts vult met informatie, kan de wereld niet vooruitgaan en zal haar welzijn in gevaar komen.

Maar de mensen lijken nu hun geloof in deugden te verliezen, want het onderwijssysteem geeft in het geheel geen plaats aan geestelijke opvoeding en geestelijke oefening. Echte opvoeding leidt niet tot bederf van de prachtige deugdzaamheid van jongens en meisjes, en stelt zich er niet mee tevreden hun hersens te vullen met onnutte rommel. Alleen die opvoeding brengt zegen die volledig ruimte geeft aan alle deugden die kenmerkend zijn voor de mens.

 

lotusknop2.gif (1520 bytes)

Inhoud
Woordenlijst