Twee soorten toewijding

[Dit hoofdstuk in het Engels]

 

lotusknop2.gif (1520 bytes)Er zijn twee soorten volgelingen op het genoemde negenvoudige pad: 1) zij die het op de moeilijke manier doen, de weg van toegewijde navolging (bhakthi), en 2) zij die voor de veilige en gemakkelijke weg kiezen, de weg van overgave (prapatthi). De eerste manier kan worden vergeleken met het gedrag van een apejong (markatakisora), en de tweede manier met het gedrag van het jong van een kat (marjalakisora). 

Toewijding moet ononderbroken zijn, zoals olie die van het ene vat in een ander stroomt. Hoewel de twee soorten toewijding fundamenteel gelijk zijn, worden ze op verschillende manieren in praktijk gebracht. Zonder liefde (prema) kan er in deze wereld niets worden bereikt. Alleen door liefde kan gehechtheid omgevormd worden tot het verlangen te beschermen en te bewaken. In beide soorten gedragingen speelt dezelfde liefde, maar in de praktische uitwerking zijn er verschillen. De weg van het apejong (markatakisora marga) vereist dat het kind voor zijn bescherming vertrouwt op zijn eigen eigen kracht: waarheen de moeder ook springt, het kind moet zichzelf stevig vastklampen aan moeders buik en die greep niet laten verslappen, ook al wordt het welhaast uiteengereten. Zo moet ook de toegewijde de proef in de handen van de Heer doorstaan, zich altijd en onder alle omstandigheden vastklampen aan de naam van de Heer, onvermoeibaar en zonder een spoor van onwilligheid of afkeer, en hij moet verdragen dat de wereld hem belachelijk maakt en kritiseert, en gevoelens van schaamte en nederlaag moet hij overwinnen. Het schoolvoorbeeld van dit type toewijding is die grootste onder de toegewijden, Prahlâda. [Picture: SB, Canto 7-8-1; zie ook: Vahini-Bhagavatam Links en PV-19].

De weg van de totale overgave (prapatthi marga) is anders. Op die weg worden alle gedachten en verlangens opgedragen aan de Heer (de sarvabhara samarpitha-houding). Zoals het jonge katje eenvoudig op zijn plaats blijft liggen miauwen en alles overlaat aan de moederkat, zo moet de toegewijde volledig op God vertrouwen. De moederkat neemt het jong tussen de tanden en brengt het naar hoger gelegen plekjes, of verplaatst het veilig, zelfs via heel nauwe gangetjes. Zo moet ook de toegewijde alles aan God overlaten en zich geheel aan zijn wil overlaten. Het voorbeeld voor deze weg is Lakshmana [zie ook: RRV]. 


Lakshmana verzorgt de voeten van Rama in het Dandaka woud.

De discipline van de overgave is superieur aan die van de navolging. Kenmerkend ervoor is de totale overgave, in alle opzichten. Om Sri Rama te dienen deed Lakshmana afstand van alles wat hem daarbij in de weg stond, zoals bezittingen, vrouw, moeder, huis, en zelfs slaap en voedsel, en dan niet voor een dag of een maand of een jaar, maar gedurende veertien lange jaren. Sri Rama was alles voor hem, zijn enige en totale vreugde, die hem alles zou geven, wist hij, wat hij nodig had, en hij voelde dat het zijn levensdoel was Sri Rama te volgen en te dienen en zijn wil aan hem over te geven. Wanneer men dus al zijn lasten aan God overgeeft en Hem altijd en in alles volgt, zal Hij zonder enige twijfel in alles voorzien. Zo gaat het toe in de liefde die totale overgave betekent.

lotusknop2.gif (1520 bytes)

 

Inhoud
Woordenlijst